Deel deze inhoud:
Steven Van Moeffaert, T1 bij derdenationaler KSC Blankenberge, kan met opgeheven hoofd terugkijken op de bekerpartij op het veld van KFC Dessel Sport. Zijn team buigde pas enkele minuten voor tijd maar kreeg zeker ook kansen om de kwalificatie zelf af te dwingen.
“We zijn naar hier gekomen om vrank en vrij te spelen, en om ons niet in te graven”, opent Van Moeffaert zijn analyse. “We hebben getracht de pijnpunten van Dessel bloot te leggen met onze sterke punten. Dat zijn onze balvastheid vooraan en de snelheid op de flanken. Dat hebben we proberen uit te spelen. Wat aardig gelukt is want we scoren twee doelpunten maar het hadden er ook misschien drie of vier kunnen zijn.”
“Maar goed, kopjes omhoog, dit is even een uppercut dat je verliest maar goed, het is tegen een ploeg die twee reeksen hoger speelt. We moeten daarmee leren omgaan en de focus zetten op volgende week. En dan de week erop begint de competitie, en dan is het voor de punten. Dat doet er toe!”
Efficiëntie
Voor de 3-2 viel kreeg KSC Blankenberge zelf de kans op een nieuwe voorsprong maar de kustploeg scoorde niet en Dessel … wel.
“Je weet dat er niet veel van zullen volgen, van die kansen. Vooraf had ik dit ook gezegd, we gaan vier tot vijf kansen krijgen. Die ga je ten volle moeten benutten of je krijgt hier misschien wel tien binnen. Als onze kansen er dan niet ingaan en aan de overkant wel, dan is het even balen maar we kunnen alleen maar vooruit. Dus even doorslikken en op naar de volgende weken.”
Ambitie
Net als voor vele andere ploegen start in het laatste weekend van de zomervakantie de competitie. Zo ook voor KSC Blankenberge, wij vroegen achter wat de ambitie mag/ kan zijn voor de kustploeg.
“We gaan ons tonen, we willen Blankenberge zijn. Je ziet dat we een bepaalde speelstijl hebben, aan de harde kant maar dat typeert ons een beetje. Voor de rest willen we een plaatsje beter doen als vorig seizoen, linkerkant van het klassement onderaan, dat zou perfect zijn.”