Natasja Bekker-Kivit, een echt “handbaldier” blikt vooruit

Natasja Bekker-Kivit

Deel deze inhoud:

T1 Natasja Bekker-Kivit begint aan haar tweede seizoen als hoofdcoach van de HUBO Dames in eerste nationale. Rik Stryckers verving in het tussenseizoen Kai Verhoeven als T2. Het einde van het afgelopen seizoen waren echte hoogdagen voor de HUBO-Dames: een sterke bekerfinale, een mooie derde plaats in de eindstand en thuiswinst tegen Handbal St.-Truiden. Wat blijft er nog over van die euforie? Speelsters die de club verlieten, fout gelopen transfers en mindere prestaties tijdens de voorbereiding (weliswaar tegen sterke tegenstanders) doen wat twijfelen. Hoe staan HUBO Dames ervoor net voor de start van seizoen ’24-’25? Wat zijn de verwachtingen, opstekers en mogelijke pijnpunten? Wij vroegen het aan T1 Natasja, die naast sportieve baas bij de fusieclub, in augustus ook bondscoach werd van de nationale beloften; de Young Black Arrows.

Even terug naar het einde van het vorige seizoen. HUBO Handbal werd na de spannende bekerfinale plots de te kloppen ploeg in de play-offs. Zij alleen brachten de spanning terug in het competitieslot. Waarom lukte het toen plots wel? Vanwaar kwam dat aanstekelijke enthousiasme dat de hele club mee op sleeptouw nam? Anderzijds, ben je bang dat die goede laatste resultaten, door de supporters nu als maatstaf voor het nieuwe seizoen zal genomen worden?

Natasja Bekker-Kivit“We hebben inderdaad vorig jaar een sterk seizoen gedraaid. Het was mijn 1e seizoen bij de dames van Hubo Handbal en ik wilde ze op een wat andere manier laten handballen. Dat heeft tijd nodig om dat in de ploeg te krijgen. We werden 4e in de reguliere competitie, maar door de bonuspunten die elke ploeg meekrijgt, weet je al dat een kampioenschap er sowieso niet inzit. Maar omdat we ook de bekerfinale bereikt hadden, hadden we toch al kans op een prijs in het eerste jaar.”

“Dus hebben we toen alle pijlen op de bekerfinale gezet, omdat dat de enige kans was, al was het slechts een hele kleine tegen het oppermachtige St. Truiden. We verloren de bekerfinale met slechts 2 doelpunten verschil, maar dat voelde als winst. En dat heeft de dames zoveel zelfvertrouwen gegeven, dat we dat goede gevoel mee hebben kunnen nemen naar de rest van de nacompetitie.”

“Met als gevolg dat we St. Truiden zelfs in de wedstrijd dat ze tegen ons kampioen konden worden, konden verslaan. De supporters zullen zeker verwachten dat die goede resultaten worden meegenomen naar het nieuwe seizoen en dat mag ook. Helaas zal het wel een stukje lastiger worden omdat er 5 speelsters weg zijn (gestopt/naar andere club) bij de damesselectie. Hier zijn er slechts 2 voor terug gekomen. De rest is aangevuld vanuit onze talentvolle jeugd. Maar we gaan er weer met zijn allen voor en onze teamgeest heeft vorig seizoen voor de nodige sfeer en verrassingen kunnen zorgen. We hopen dus dat dat nog altijd aanstekelijk werkt naar onze achterban en dat ze ons weer volop zullen gaan steunen. Want ook dat helpt ons ook bij onze prestaties.”

Je zag o.a. Eef Toonen vertrekken (naar F. Venlo n.v.d.r.) en kapitein Dagmar Nelissen stoppen. De vacante positie van Dagmar op de linkerhoek werd ingevuld door Juliette Maes, die van Eupen overkwam. Voor de rest bleef het stil op de veldspeler-transfermarkt. Was dit een bewuste keuze? Wat liep er fout? Mogen we nog iemand verwachten?

“Nee, dat was zeker geen bewuste keuze. Allereest ben ik een groot voorstander om jeugd te laten doorstromen. Volgens mij is dat de enige manier om ook een vereniging levensvatbaar te houden. Als je alleen maar mensen van buitenaf aantrekt, terwijl je zelf talentvolle jeugd hebt, dan biedt je hun geen toekomstperspectief en zullen zij de club (op termijn) gaan verlaten.
Maar je moet wel een solide basis hebben, waar ze bij kunnen aansluiten. Ze kunnen dan minuten pakken, wanneer de wedstrijd het toelaat.”

“Omdat er 4 speelsters plus 1 keepster weggingen, had ik graag nog minimaal 1 ervaren opbouwster en hoek, plus een keepster van buitenaf erbij gehad. En de rest dan aanvullen met onze jeugd. We hebben contact met meer dan 30 speelsters gehad, diverse speelsters hebben zelfs meegetraind. Echter helaas hebben alleen Juliëtte Maes (linkerhoek, Eupen) en Louise Willemans (jonge keepster, Hestia Bilzen) de keuze voor Hubo Handbal gemaakt.”

“De overige speelsters hadden ieder hun eigen redenen om toch bij hun huidige club te blijven of voor een andere club te kiezen. Meestal had dat te maken met de afstand die ze moesten afleggen of de vergoeding die ze bij een andere club krijgen. Maar er zijn ook speelsters waar ik contact mee heb gehad, waar al in december 2023 door andere clubs afspraken mee gemaakt zijn om daar in het seizoen erna daar te gaan spelen. Dan zitten we net op de helft van de competitie en moet de nacompetitie nog gespeeld worden. Het moet niet gekker worden.”

Vorig seizoen werden Dames 2 (beloften), waarvan de kern voornamelijk bestond uit eigen jeugdproducten, vice-kampioen. Er zit dus best wat talent aan te komen. Kunnen zij de overstap naar de eerste ploeg al aan? Wanneer zie jij die groep rijp genoeg om volwaardige 1e nationale speelsters te worden en welke stappen moeten er door hen nog gezet om dit te bereiken?

“We hebben inderdaad een zeer getalenteerde belofteteam, waarvan een groot deel zelfs nog M18 zou kunnen spelen. Hiervan hebben een aantal meisjes vorig seizoen al minuten mogen maken bij de 1e ploeg. Zij zouden dit jaar de echte aansluiting bij de 1e ploeg moeten gaan vinden. Dus kartrekker zijn bij de belofteploeg en meer minuten maken en ervaring opdoen bij de 1e ploeg.
Echter nu de kern van de 1e ploeg kleiner is dan we gehoopt hadden, en we helaas ook nog te maken hebben met enkele blessures binnen de 1e ploeg, moeten ze nu noodgedwongen al eerder vol aan de bak.”

“Op zich goed voor hun ontwikkeling, maar ze moeten niet de druk gaan voelen dat ze alle verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. Ze mogen fouten maken, want dat hoort bij de ontwikkeling en daar leren ze het meeste van. Maar als je op het hoogste niveau speelt is dat vaak lastig. Ze hebben vorig jaar al laten zien wat ze kunnen en ook de speelsters van dames 1 hadden vol vertrouwen in hun als ze in het veld stonden. Dat gevoel moeten ze nu ook blijven houden. Als dat lukt, zullen ze zich nu nog sneller kunnen ontwikkelen. Als staf moeten we echter wel goed in het oog houden, dat ze niet overbelast raken.”

Eerst de gemakkelijkere vraag: welke ploegen zie je dit seizoen mee bikkelen voor de prijzen? En dan de moeilijkere: wie zie je de play-downs spelen?

“Net zoals vorig jaar verwacht ik dat St. Truiden en Eupen de ploegen zijn die om de titel gaan strijden. St. Truiden is geen speelsters kwijt geraakt en heeft zich alleen maar meer versterkt. Bij Eupen zijn wel diverse speelsters vertrokken, maar die hebben de nodige Duitse speelsters binnen weten te halen. Dus ik verwacht dat die wederom een (fysiek) sterk team op de been kunnen brengen.”

“Verder verwacht ik dat Atomix Haacht als promovendus hoge ogen gaat gooien. Zij hebben zich versterkt met 4 (basis)speelsters van Uilenspiegel. Wat de play-downs betreft , verwacht ik dat Overpelt hierin gaat spelen. Hier zijn een aantal speelsters gestopt of op lager niveau gaan spelen. Overpelt is echter ook een ploeg die bouwt vanuit de jeugd, maar dat heeft tijd nodig. Verder denk ik dat Uilenspiegel een moeilijk seizoen tegemoet gaat. Zoals al eerder vermeld zijn zij een groot deel van hun basisspeelsters kwijtgeraakt.”

“Bij Sprimont zijn ook veel speelsters gestopt, maar daarentegen hebben ze in tegenstelling tot voorgaande seizoenen, dit seizoen wel een belofteploeg, dus ik ben zeer benieuwd hoe Sprimont het dit seizoen gaat doen. Ook Visé heeft flink moeten inleveren, maar het zou mij niets verbazen als Jo Delpire straks toch weer een stevige ploeg op de been weet te krijgen.”

Nu je bondscoach bent van onze Young Black Arrows (YBA); wat moet er dringend gebeuren om het dameshandbal terug op de kaart te zetten in België? Hoe moet de spelersarmoede aangepakt? Ben je niet bang dat goede ideeën niet gaan afgevoerd zullen worden uit budgettaire overwegingen? Iedereen is het erover eens dat de instroom en het niveau bij de Dames terug omhoog moet. Welk is volgens jou de kortste en meest succesvolle weg daarnaartoe?

“Allereerst is het van belang dat het dameshandbal meer leden krijgt. Het aantal vrouwelijke leden ligt een stuk lager dan het aantal mannelijke leden, terwijl dit in NL precies andersom is. Meer leden krijg je door de sport meer aandacht te geven en aantrekkelijker te maken. Een mooi voorbeeld is het Hand-2-Girls project dat al vele nieuwe speelstertjes oplevert, maar dat is voor de lange termijn. Doordat de Black Arrows nu mee gaan doen met de kwalificatie voor de WK, levert dat ook weer de nodige aandacht op.”

“Zeker nu de Olympische Spelen net achter de rug zijn, waar vele handballiefhebbers van fantastische wedstrijden hebben kunnen genieten. Hopelijk begint er dan ook weer iets begint te kriebelen van: “Wat zou het mooi zijn, als je aan zoiets mee kunt doen.” Xenia Smits, die de overstap naar Duitsland heeft gemaakt, is daar een mooi voorbeeld van. Datzelfde geldt ook voor de Young Black Arrows, die nu mee gaan doen aan de EHF Championships. Op deze manier hebben speelsters ook iets om naar toe te werken en is een nationale ploeg er niet alleen maar om te trainen.
Om het niveau verder omhoog te krijgen, zullen er meer trainingsuren in het algemeen, maar ook al op jongere leeftijd gemaakt moeten worden.”

“Het is goed dat er nu ook gestart wordt met HUB-trainingen voor de JM14. Maar helaas worden deze nog niet wekelijks gegeven. Verder zou het ook goed zijn om bij die leeftijdscategorie al te starten met een fysieke training per week, gericht op coördinatie en blessurepreventie, waarbij ook een start gemaakt wordt met krachttraining met eigen lichaamsgewicht.
Ook de opstart van de Handbal Academie is een goede zaak om het aantal trainingsuren op te schroeven. Helaas hebben zich maar 4 meisjes ingeschreven voor dit jaar. Hopelijk zullen dat er volgend jaar al meer zijn.”

Natasja Bekker-KivitWat zijn jouw doelstellingen bij de Young Black Arrows op relatief korte termijn (bvb 2 jaar) ?

“Wat vele mensen niet beseffen, is dat spelen met een nationale jeugdploeg heel anders is dan in de competitie. Internationaal handbal is veel harder en sneller dan de meisjes gewend zijn in de Belgische competitie. Met de ervaring die ik heb als assistent-bondscoach bij Jong Oranje, zal ik proberen om de meisjes daar zo goed mogelijk op te gaan voorbereiden.”

“Eind september zullen er eerst weer open selectie-trainingen zijn voor de meisjes uit 2006-2007. Met de groep die daaruit voort komt zullen we ons gaan voorbereiden op de EHF Championship (EK voor B-landen). Op dit moment kan ik het niveau nog niet inschatten, maar uiteraard willen we daar zo goed mogelijk voor de dag komen en zo hoog mogelijk eindigen. En vandaaruit willen we verder gaan bouwen, zodat er op termijn misschien mogelijkheden zijn om mee te doen aan kwalificatiewedstrijden voor de EHF Euro (EK voor A-landen). Maar daar hebben we nog wel een aantal jaartjes voor nodig.”

Jij bent een echt handbaldier. Wordt het soms ook jou niet teveel? Zie jij jezelf ooit NIETS in het handbal doen?

“Ik ben inderdaad een echt handbaldier. Maar dat is ook niet gek als zowel je vader als moeder en ikzelf bij het Nederlands Team gespeeld hebben. Wat velen niet weten is dat ik na mijn actieve spelers carrière gedurende ca. 5 jaar niet eens in een sporthal ben geweest om naar een handbalwedstrijd te kijken. Ik was er even helemaal klaar mee. Niet zozeer door het handbal zelf, maar wel door alle randzaken. Maar toen ik werd benaderd om met talenten te gaan werken, wilde ik het wel weer eens proberen. En in die periode heb ik de liefde voor de leukste sport ter wereld weer terug gevonden.”

“Op dit moment ben ik T1 van de dames van Hubo Handbal. Ook geef ik 2x per week training aan de internationale studenten van de Universiteit Maastricht. Daarnaast ben ik sinds dit seizoen bondscoach van de Young Black Arrows. En sinds afgelopen week ben ik betrokken als Welzijns Coach bij de Handbal Academie in Antwerpen. Ik ben dus inderdaad heel veel uurtjes per week met handbal bezig, maar de afwisseling tussen al deze verschillende activiteiten en doelgroepen, vind ik juist interessant. Daarbij gaat het allemaal om jonge mensen die graag het maximale uit hun handbal carrière willen halen en dat geeft mij juist energie in plaats van dat het mij energie kost. Dus voorlopig zul je mij nog wel ergens in het handbalwereldje blijven zien.”